Ter ere van Neurodiversity Pride Day spraken we met Xanne Wiggers, neuro-inclusie lead bij auticon. Haar werk bestaat uit het coachen, trainen en adviseren van bedrijven rondom de thema’s neurodiversiteit en -inclusie. Ze zet zich dagelijks in voor een werkomgeving waarin neurodivergente mensen zich niet alleen welkom voelen, maar ook echt tot bloei kunnen komen. In dit interview deelt ze haar visie, ervaringen én tips
Wat heeft jou persoonlijk gemotiveerd om je in te zetten voor neurodiversiteit?
“Ik geloof in het enorme potentieel dat schuilt in neurodivergente breinen en het werken met neurodiverse teams. Het fascineert me, omdat ik dagelijks zie hoeveel innovatiekracht, creativiteit en authenticiteit erin zit. Al bij jonge kinderen zie je soms hoe bepaalde talenten er echt uitspringen, alsof hun brein nét even anders kijkt, voelt en denkt. Dat vind ik prachtig om te zien.
Ook op de werkvloer zie ik dat gebeuren. In neurodiverse teams ontstaat vaak iets unieks. Verschillende manieren van denken vullen elkaar aan, zorgen voor verrassende ideeën en stimuleren echte innovatie. De uitdagingen van de één blijken vaak precies de kracht van de ander te zijn. Juist daardoor kun je elkaar op een natuurlijke manier versterken.
In een wereld die razendsnel verandert en steeds complexer wordt, hebben we dit soort ‘powerbreinen’ en denkkracht hard nodig. We kunnen de problemen van morgen niet oplossen met de oplossingen van gisteren. Neurodiversiteit brengt frisse perspectieven, scherpe vragen en creatieve oplossingen die essentieel zijn voor de toekomst.”
Wat is neurodiversiteit en waarom is het zo belangrijk?
“Neurodiversiteit gaat over de natuurlijke variatie in hoe mensen denken, voelen, leren en communiceren. Ieder brein is uniek. Die verschillen zijn zeer waardevol en dragen bij aan ons evolutionaire vermogen om te overleven en ons aan te passen.
Binnen neurodiversiteit spreken we vaak over neurotypische en neurodivergente breinen. Neurotypisch betekent dat je brein functioneert op een manier die als ‘meest voorkomend’ of ‘gebruikelijk’ wordt gezien in de samenleving. Neurodivergent betekent dat je brein anders werkt, of eigenlijk een andere vorm van ‘bedrading’ heeft, zoals bijvoorbeeld bij autisme, ADHD, dyslexie, hoogbegaafdheid of hoogsensitiviteit het geval is.
Neurodiversiteit omvat zowel neurotypische als neurodivergente breinen. Naar schatting is 15 tot 20% van de bevolking neurodivergent.
Het is belangrijk om te beseffen dat neurodiversiteit een sociaal-cultureel concept is, geen medische term. De focus ligt niet op ‘afwijkingen’, maar op kwaliteiten én het bieden van de juiste ondersteuning waar nodig. Juist de verschillen in breintype kunnen een enorme kracht zijn — op de werkvloer, in het onderwijs én in de samenleving.”
Waarom is neurodiversiteit van meerwaarde voor organisaties, en hoe kunnen bedrijven hier concreet op inspelen?
“Neurodiversiteit biedt organisaties een unieke kans om innovatie en concurrentievermogen te versterken en tegelijkertijd sociale impact te maken. Mensen met een neurodivergent brein, denk aan autisme, ADHD of dyslexie, brengen andere manieren van denken mee, en juist die afwijkende denkwijzen zijn van grote waarde in complexe en veranderlijke markten. Ze zijn vaak sterk in patroonherkenning, analytisch denken, detailgerichtheid, creativiteit of snel kunnen schakelen. Dat levert niet alleen betere probleemoplossing op, maar kan ook leiden tot doorbraken die je met een meer homogeen neurotypisch team minder snel zult bereiken. Hier is veel onderszoek naar gedaan: diverse teams presteren beter.
Gelukkig zijn er steeds meer bedrijven die actief stappen zetten om neurodivergent talent te (h)erkennen, werven en in te zetten. Denk aan mensen met autisme die uitblinken in systematisch denken en foutenanalyse, of aan medewerkers met ADHD die gedijen in dynamische projecten waar snel geschakeld moet worden. Het is daarmee niet alleen een sociaal inclusieve keuze, maar ook een bewuste investering in kwaliteit en productiviteit.
Om neurodiversiteit echt te laten werken, moeten organisaties wel bereid zijn hun werkomgeving aan te passen. Dat kan zitten in kleine dingen: duidelijke communicatie, structuur, of een rustige werkplek. Ook het trainen van leidinggevenden speelt een grote rol. De winst is echter groot: je vergroot je talentpool, versterkt je innovatievermogen en bouwt een inclusieve cultuur waar verschillen gewaardeerd worden en medewerkers beter kunnen worden behouden.
Kortom, wie neurodiversiteit actief omarmt kiest niet alleen voor maatschappelijke verantwoordelijkheid, maar ook voor strategisch voordeel in een kennisintensieve economie.”
Wat zijn volgens jou de grootste struikelblokken voor neurodivergente mensen op de werkvloer?
“De uitdagingen verschillen sterk per persoon. Neurodivergentie is een uiteenlopende groep van verschillende breintypen en iedereen ervaart het op een unieke manier. Voor de één kunnen prikkelgevoeligheid en overbelasting grote obstakels vormen, terwijl een ander juist worstelt met het organiseren van taken of sociale interacties.
Daarnaast speelt de werkomgeving een cruciale rol: een drukke, rumoerige ruimte kan voor sommigen overweldigend zijn, terwijl anderen juist behoefte hebben aan structuur of duidelijke communicatie. Het belangrijkste is dat werkgevers en collega’s zich bewust zijn van deze verschillen en openstaan voor maatwerk.
Een absolute voorwaarde om te kunnen floreren op de werkvloer is psychologische veiligheid: een omgeving waarin mensen zichzelf kunnen zijn, zonder angst of oordeel. Oprechte aandacht en begrip voor neurodivergentie maken dat medewerkers zich gezien, gehoord en gewaardeerd voelen. Daarbij hoort ook de vraag: ‘Wat heb jíj nodig om te kunnen floreren?’
Als we ruimte maken voor die vraag, kunnen niet alleen de uitdagingen kleiner worden, maar vooral de talenten beter zichtbaar worden.”
Hoe ziet jouw aanpak eruit bij het begeleiden van organisaties?
“Mijn aanpak is altijd maatwerk. Elke training over neurodiversiteit wordt afgestemd op de specifieke context en behoefte van de organisatie. Ik geloof niet in standaardoplossingen, want iedere de situatie en drijfveren verschillen per organisatie, team en medewerker.
De coaching die ik bied, richt zich daarom altijd op de persoonlijke situatie van zowel medewerker als manager. Zo zorgen we samen voor een benadering die echt werkt — in de praktijk én binnen de cultuur en dagelijkse gang van zaken binnen de organisatie.
Op deze manier ontstaat er niet alleen bewustzijn, maar ook daadwerkelijke verandering. En dat is nodig om neurodiversiteit niet alleen te begrijpen, maar de kansen van meer inclusie ook te benutten.”
Welke verandering bij medewerkers raakt jou het meest?
“Wat mij het meest raakt in de persoonlijke begeleiding, is het moment waarop iemand zelf zijn of haar kwaliteiten begint te herkennen — en die durft te benoemen en benutten. Het is prachtig om te zien hoe mensen dan minder onzeker worden, meer zelfvertrouwen ontwikkelen, en tegelijkertijd beter leren omgaan met hun uitdagingen. Ze gaan écht meer floreren, zowel persoonlijk als binnen hun team.
Wat me vooral inspireert, is dat die unieke kwaliteiten ook door anderen worden erkend. Dat maakt ruimte voor groei, voor balans tussen werk en privé, en voor een gevoel van eigen regie. Mensen ervaren meer rust, meer succes en bovenal: meer vertrouwen in zichzelf.
Dat proces van erkennen, versterken en tot bloei komen blijft voor mij telkens opnieuw bijzonder om te mogen begeleiden.”
Wat zou je willen meegeven aan neurodivergente mensen die zich (nog) niet erkend voelen?
“Jouw manier van denken, voelen en werken is waardevol — ook als die afwijkt van wat ‘normaal’ wordt gevonden.
Blijf, waar mogelijk, trouw aan wie jij bent en wat jij nodig hebt. Zoek mensen op die echt willen luisteren naar jouw verhaal, met een open blik en oprechte aandacht. Soms is één ‘veilige’ collega, leidinggevende of coach al genoeg om het verschil te maken.
Leer je kwaliteiten herkennen, benoemen en op een manier in te zetten die bij jou past. En leer ook hoe je efficiënt om kunt gaan met je uitdagingen, door middel van slimme strategieën, passende ondersteuning en duidelijke grenzen. Dat helpt je om je energie te richten op waar je goed in bent en waar je blij van wordt.
Als je vastloopt: zoek hulp van iemand die echt verstand heeft van neurodiversiteit. Iemand die met je meedenkt zonder oordeel, en je helpt jouw ‘gebruiksaanwijzing’ te ontdekken, zodat je sterker en met meer vertrouwen te werk kunt gaan.
Je kwaliteiten zijn niet minder — ze zijn anders. En juist dat ‘anders’ is vaak de sleutel tot creativiteit, verbinding, innovatie of verandering.
Blijf jezelf serieus nemen. Erkenning begint vaak bij jezelf. En bovenal: geloof in jezelf — je hebt de wereld zóveel te bieden.”
